Pro-life? zorg voor het ongeboren kind en zijn moeder, Hoofdstuk 19 (Why ProLife?, Chapter 19)
Miljoenen vrouwen en mannen, zowel in de maatschappij als in onze kerken, lijden onder de schuldgevoelens van een abortus.
De zware emotionele last is niet beperkt tot hen die er persoonlijk ervaring mee hebben. Een lerares van midden veertig zei: ‘Ik heb mijn dochter aangeraden abortus te laten plegen. Dit heeft bij mij geleid tot hardnekkige zelfmoordgedachten; ik ben er nog niet overheen.’
Als je zelf een abortus hebt ondergaan, of als je als man of vrouw iemand anders - misschien een vriendin, vrouw of dochter - hebt overgehaald abortus te laten plegen of daarbij zelfs hebt geholpen, dan is dit hoofdstuk voor jou.
Het werkt averechts om schuldgevoelens aan te pakken zonder de oorzaak ervan onder ogen te zien. Sommige mensen zullen zeggen: ‘Je hoeft je nergens schuldig over te voelen.’ Maar jij weet wel beter. Je kunt je schuldgevoelens alleen vermijden door de waarheid te ontkennen, en daar word je moe van.
Ontkenning is immers een voorbode van een emotionele inzinking, die komt wanneer iets je doet denken aan het kind dat je hebt gedragen. Je hebt een blijvende oplossing voor het probleem van je schuldgevoelens nodig, een oplossing die berust op de realiteit en niet op schijn.
Omdat de Bijbel die oplossing aandraagt, zal ik eruit citeren. Je kunt aan je kerkelijk leider, de leidster van een vrouwengespreksgroep, een christelijke vriendin of een christelijk familielid vragen je te helpen het volgende te begrijpen.
Goed nieuws, slecht nieuws
Het goede nieuws is dat God je liefheeft. Hij wil je de abortus - en welke andere zonde ook - vergeven, of je nu wist wat je deed of niet. Maar om het goede nieuws te kunnen waarderen, moeten we ook het slechte nieuws kennen. Het slechte nieuws is namelijk dat er een morele schuld bestaat; we zijn allemaal schuldig aan morele overtredingen tegen God. Abortus is daar één van. ‘Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God’ (Romeinen 3:23).
Zonde is dat we niet voldoen aan Gods heilige normen. Daardoor worden we gescheiden van een relatie met God (Jesaja 59:2). De zonde misleidt ons, waardoor we denken dat het verkeerde goed is en het goede verkeerd (Spreuken 14:12). ‘Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere’ (Romeinen 6:23).
Jezus Christus, de Zoon van God, had ons zo lief, dat Hij mens werd - lid van het menselijk geslacht - om ons te bevrijden van ons zondeprobleem (Johannes 3:16). Hij identificeerde zich met ons in onze zwakheid, zonder besmet te raken door onze zonden (Hebreeën 2:17-18; 4:15-16). Jezus stierf aan het kruis. Hij was de Enige, die de straf voor onze zonden kon betalen; de straf die nodig was in het licht van Gods heiligheid (2 Korinthe 5:21). Daarna is Hij uit het graf opgestaan en versloeg daarmee de zonde en overwon de dood (1 Korinthe 15:3,4 en 54-57).
Toen Christus aan het kruis stierf, terwijl Hij zijn bloed vergoot voor onze zonden, zei Hij: ‘Het is volbracht!’ (Johannes 19:30). Het Griekse woord voor ‘Het is volbracht’ werd destijds dwars over een schuldbekentenis geschreven wanneer de schuld werd kwijtgescholden. Het betekende: ‘voldaan’ of ‘volledig betaald’. Jezus is gestorven om al onze schuld volledig te voldoen.
Volledige vergeving
Omdat Christus in onze plaats aan het kruis gestorven is, biedt God ons vergeving aan zonder tegenprestatie. God biedt ons nog meer aan:
Hij (God) doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan. Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen. (Psalm 103:10, 12-13)
Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. (1 Johannes 1:9)
Dus is er nu geen verdoemenis (veroordeling) voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:1)
Je kunt een geschenk niet verdienen
Verlossing is een geschenk dat niet afhangt van onze verdiensten of inspanningen, maar van het offer dat Jezus Christus heeft gebracht. ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen’ (Efeze 2:8-9). Voor dit geschenk kun je niets doen - geen werk, geen verdienste, geen prestatie, niets van jouw kant.
God biedt ons vergeving en eeuwig leven aan, maar dit geschenk komt niet vanzelf naar ons toe. Om het te krijgen, moeten we het wel aannemen. We hoeven daarvoor niets anders te doen dan op Jezus Christus te vertrouwen als onze Verlosser die ons bevrijdt van schuld en straf.
Je zou kunnen denken: ‘Maar ik verdien geen vergeving na alles wat ik heb gedaan.’ Dat klopt. Niemand van ons verdient vergeving. Als we het konden verdienen, hadden we geen vergeving nodig. Christus kreeg aan het kruis wat wij verdienden, opdat wij zouden krijgen wat wij niet verdienen: een schone lei, een nieuwe start: dát is genade. Niemand is goed genoeg om zichzelf te redden, en niemand is te slecht om vergeving te ontvangen.
Als we eenmaal vergeven zijn, kunnen we uitkijken naar een eeuwig verblijf bij Christus en onze geestelijke familie (Johannes 14:1-3; Openbaring 20:11-22:6). Je zult dan herenigd worden met de mensen van wie je houdt en die ook gered zijn door het offer van Christus (1 Thessalonicenzen 4:13-18).
Niet blijven hangen in het verleden
Een losbandige vrouw kwam huilend bij Jezus. Ze maakte Zijn voeten nat met haar tranen, kuste ze en veegde ze af met haar lange haar. Er stond iemand bij die dit afkeurde. Jezus zei tegen hem: ‘Daarom zeg Ik u: Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefgehad; maar aan wie weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief’ (Lukas 7:47). Diezelfde vergeving biedt Jezus ons allen aan.
Je moet jezelf niet levenslang straffen voor je abortus of voor wat je maar verkeerd hebt gedaan. God wil niet dat je zo door het leven gaat. Wat je moet doen, is de verzoening aanvaarden die Christus heeft bewerkt. Jezus zei tegen een vrouw van lichte zeden: ‘Uw zonden zijn u vergeven… Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede’ (Lukas 7:48 en 50). Vrouwen die door de maatschappij verstoten werden, kwamen bij Jezus en Hij verwelkomde hen met medeleven en vergeving.
Ongeacht wat je hebt gedaan, er is geen zonde die buiten het bereik van Gods genade valt. Hij heeft ons op ons slechtst gezien en houdt nog steeds van ons. Er zijn geen beperkingen voor zijn vergevende genade, en er is geen grotere vrijheid dan de vrijheid van vergeving.
Het kan zijn dat je onmiddellijk na het belijden van je zonden voelt dat je ervan gereinigd bent. Maar het kan ook zijn dat je daar hulp bij nodig hebt. Hoe dan ook, je zonden zijn je vergeven. Je moet er aan werken om te vergeten wat er is gebeurd en verder gaan naar een positieve toekomst die Christus voor jou mogelijk heeft gemaakt (Filippenzen 3:13-14). Wanneer we het gevoel hebben dat de vergeving niet voor ons is, wordt het tijd om de Bijbel erbij te pakken en onszelf en elkaar te herinneren aan Gods vergeving.
Het kan enorm helpen als je mensen opzoekt die hetzelfde hebben meegemaakt en die genezing zoeken voor het trauma na een abortus. Er bestaan op dit gebied Bijbelstudiegroepen voor zowel vrouwen als mannen. Op het internet kun je vast wel gegevens vinden over een praatgroep die bij je past.
Vergeving, gevolgd door de juiste keuzes
Veel vrouwen die een abortus hebben ondergaan, lopen begrijpelijkerwijs rond met bittere gevoelens tegenover de mannen die hen hebben gebruikt en misbruikt, tegenover ouders die hen onder druk hebben gezet en tegenover degenen die hen hebben misleid een keuze te maken waardoor hun ongeboren kindje nu dood is. God verwacht dat wij de vergeving aannemen die Hij geschonken heeft en dat wij die ook doorgeven aan anderen (Mattheüs 6:14-15).
Je zou aansluiting moeten zoeken bij wat christenen een ‘kerk’ noemen, een gemeenschap, die een genezende en rustgevende uitwerking op je heeft. Als je al tot een kerk behoort, maak dan iemand deelgenoot van je ervaring met abortus om de specifieke hulp te krijgen die je nodig hebt. Je kunt het gevoel hebben dat christenen op je letten vanwege je verleden. Dat zou niet moeten. Een kerk die Christus centraal stelt, is geen etalage voor perfecte mensen, maar een ziekenhuis voor zondaren. De mensen met wie je samenkomt, zijn net zo menselijk en onvolmaakt als jij. Over het algemeen zijn christenen vergevingsgezind en doordrongen van hun eigen zwakheden. Mensen, die zichzelf beter vinden dan anderen, zijn niet te benijden omdat ze Gods genade niet begrijpen.
Een goede kerk zal waarheden uit de Bijbel onderwijzen en je aanvaarden, liefde geven en ondersteunen. Misschien moet je even zoeken naar zo’n gemeenschap.
Een gezonde stap die je kunt zetten, is contact leggen met vrouwen die ongewenst zwanger zijn. God zou wel eens gebruik kunnen maken van jouw ervaring om anderen te helpen en Zijn liefde aan hen door te geven.
Een aantal goede vriendinnen van mijn vrouw en mij hebben ooit abortus gepleegd. Door hun zorgzaamheid en hun inspanningen om het ongeboren leven te beschermen, hebben zij later andere vrouwen de hulp kunnen geven die ze zelf hebben gemist. Het vertellen van hun eigen verhaal heeft niet alleen het leven van ongeboren kinderen gespaard en moeders behoed voor de innerlijke pijn van een abortus, maar het heeft ook voor henzelf genezend gewerkt. Dat zal voor jou niet anders zijn.
Photo by Jason Yoder on Unsplash